• Kijkje achter de schermen
  • Voronoi Wittevrouwen
  • Moon sets behind Dom tower
  • Sun set on winter solstice
  • Ondergrondse restafvalcontainers ontsieren Utrechtse wijk
  • Domtoren in Nagasaki, Japan
  • Verbouwing MFA’s in Leidsche Rijn
  • Anatomiegebouw Utrecht
  • Rushing through world’s largest bike parking garage
  • Interview Publish over Infographic Jaarprijs 2016
  • Visualisatie Stationsgebied centrumzijde Utrecht 2023
  • Solargraph summer – winter solstice
  • Interview met de makers van Onzichtbaar Nederland
  • Visualisatie Stationsgebied Utrecht 2023
  • Lunar eclipse
  • Getting ready for the Tour de France
  • Rooftop panorama
  • Animal tracking
  • Nederland krijgt vorm
  • Voorspelbaar ritme in belgedrag
  • Ergst denkbare overstroming
  • Aanleg van Maasvlakte 2
  • Zout strooien
  • Snelwegen in de lucht
  • Steden groeien
  • Rotterdam onder de grond
  • Koninginnedag: georganiseerde chaos
  • Vogels op reis
  • Surfen op topsnelheid
  • De Bosatlas ‘Nederland van Boven’
  • In gesprek met de datajournalist
  • #10 | Lazy stork gliding to his nest | De vlucht van een luie ooievaar naar zijn nest
  • #10 | Airplanes | Het vliegverkeer boven de lage landen
  • #9 | Roots invading sewer systems | Bomen en het Bredase rioolstelsel
  • #9 | Pipes and cables | Chaos onder de grond: kabels en leidingen door Rotterdam
  • #8 | Are we safe? | Risico-lokaties in Nederland
  • #8 | Police Patrols | Patrouillerende politievoertuigen in de Residentie
  • #7 | Old en New Residents | De wandelroutes van oude en nieuwe stadsbewoners
  • #7 | Growing City | De explosieve groei van een stad
  • #6 | Receding sea | De veranderende kustlijn
  • #5 | Red Deers | Herten in de Veluwe komen ’s avonds tot leven
  • #5 | Seagull visiting the capital | Texelse meeuw doet Amsterdam (332km)
  • #6 | The Perfect Storm | Noordwesterstorm leidt tot ergst denkbare overstroming
  • #4 | Walking the dog | Ieder zijn eigen wandelroute
  • #4 | Queensday | Amsterdam kleurt oranje met Koninginnedag
\\ Projects

Euro: een typografisch gedrocht

2.1 Visie – afstudeerproject Frédérik Ruys

2 februari 1998 – Frédérik Ruys
Eindexamenproject Hogeschool Utrecht, Redactionele Vormgeving

Bij de presentatie van het eurologo (fig. 1), een symbool dat de samenwerking tussen de verschillende financiële instellingen verbeeldt, hielden typografen hun adem in. Zou dit beeldmerk ook het toekomstige valutateken worden, zoals het persbericht van de Europese Commissie uit Dublin dit in december 1996 suggereerde?

Het logo bezit immers in geen enkel opzicht kenmerken van een typografisch teken. Integendeel, door de uitgesproken hoeken en curven is elk mogelijke aanpassing aan een lettertype onmogelijk gemaakt (fig. 2). Als letter in een tekst zou dit figuratieve element absoluut uit de toon slaan. Maar de Europese commissie was die eerste maanden van 1997 zo druk bezig met de ontwerpen van de toekomstige bankbiljetten en munten, dat zij blijkbaar geen tijd had om het valutasymbool te ontwikkelen. Want binnen één jaar, op 1 januari 1999, krijgt de euromunt haar rechtsstatus en worden de vaste omrekeningskoersen onherroepelijk vastgesteld. Vanaf die dag zullen banken aandelen in eurobedragen uitgeven en kunnen burgers staatsobligaties, waarvan de waarde in euro’s staat aangegeven, aankopen.

GEBREK AAN BELEID

Zo kon het dus gebeuren dat het stilistische logo onopgemerkt verheven werd tot het officiële valutateken van de Europese Munt. Dit proces verliep zo geruisloos dat tot op de dag van vandaag verschillende instituten, organisaties en monetaire instellingen elkaar hierover tegenspreken. Een nader onderzoekje leert dat het Nationaal Forum, dat bedrijven en particulieren informeert over de praktische gevolgen van de invoering van de Euro, de toekomstige gebruikers bijvoorbeeld niet kan vertellen hoe bedragen in contracten per 1 januari moeten worden genoteerd. Wordt het bijvoorbeeld € 200 of 200 €? Het Nationaal Forum is volstrekt onduidelijk over het toekomstige valutasymbool, “maar daar houden wij ons ook niet mee bezig, dat doet het ministerie van Financiën”, verklaart het adviserend orgaan haar onwetendheid. Het enige foldermateriaal dat het Nationaal Forum hierover opstuurt, is een technische handleiding voor het gebruik van hun eigen beeldmerk (fig. 3).

Het Ministerie van Financiën, dat zich in hetzelfde gebouw bevindt, laat desgevraagd weten zich “zeker niet bezig te houden met het gebruik van het symbool. Dat doet het Nationaal Forum.” Hoewel nadere gegevens over het ontwerp ontbreken, staat volgens het ministerie vast dat de Europese Commissie ooit heeft besloten het teken ook als valutasymbool te hanteren. Maar ook de Europese Commissie in Den Haag verwijst ons hiervoor naar het Nationaal Forum. Wel kan zij toekomstige gebruikers geruststellen met de mededeling dat het symbool “binnenkort op de toetsen van typemachines zal verschijnen”.
In Brussel is men gelukkig iets beter op te hoogte. Jacques Pillet, Hoofd Voorlichting voor de technische uitvoering, weet dat na de presentatie van het logo in Dublin een handleiding is verstrekt aan softwarefabrikanten, waaronder Microsoft. Blijkbaar was de projectgroep er toen wèl van overtuigd dat het destijds gepresenteerde logo ook het valutasymbool zou worden. Hieruit blijkt dat bij de Europese instanties elk vorm van beleid over de invoering van het teken ontbreekt.

RAMP VAN EEN TEKEN

De beschreven zoektocht vol frustraties klinkt Gerard Unger (1942), ontwerper van onder andere de Swift (broodletter van Het Parool), de Oranda (van Elsevier) en de nieuwe ANWB-borden, heel bekend in de oren. Via Brussel, Straatsburg en Genève heeft ook Nederlands meest productieve letterontwerper tevergeefs geprobeerd met de maker van het logo in contact te komen. “Ik heb tenslotte een ambtenaar van het ministerie, die ik in 1995 heb leren kennen bij het ontwerpen van de herdenkingsmunt (van f 50,-, ter gelegenheid van 50 jaar vrijheid in Nederland, FR), hierover benaderd. Het enige wat ik uiteindelijk van hem kreeg was een abominabel kopietje van het logo.” (fig. 4) Unger heeft dan ook ernstig het vermoeden dat hiervoor geen ontwerper aan het werk is gezet: “Het is een ramp van een teken! De Britten hebben daar een leuk spreekwoord voor: A camel is a race horse designed bij a committee. Het euroteken is duidelijk de kameel – overigens niets ten nadele van deze beesten.”

De geestelijke vader van de meest efficiënte letter – de Proforma, “nòg zuiniger dan de Times New Roman” – Petr van Blokland (1956) is het helemaal met Unger eens: “Niemand heeft erover nagedacht en toch zullen wij als ontwerpers er mee moeten werken. Daarom zullen enkele praktische vragen moeten worden opgelost, zoals Is de afgeplatte bovenkant wel een belangrijk punt van herkenbaarheid? Hoe zit het met de contrasten in de letter? Hoe kan het teken versmald worden? Waar ontstaan schreven bij een serif-letter? Welke rol spelen de horizontale lijnen?

GEEN TYPOGRAFISCHE BASIS

Om kennis en ervaring over dit onderwerp te kunnen uitwisselen heeft Van Blokland al vroeg in 1997 een brede discussie met andere letterontwerpers op het internet gevoerd. Immers, het teken moet binnen afzienbare tijd aangepast worden aan de verschillende lettertypes en direct beschikbaar zijn op computers. Het Nederlandse guldenteken ƒ kent immers ook verschillende varianten, speciaal vormgegeven voor elk font. Zo is de versie ƒ voor Gill Sans veel eenvoudiger van vorm dan de ƒ-Goudy met zijn fraaie scheven. En de ƒ-Bodoni heeft net als de andere tekens uit dezelfde familie de bekende zware bogen. (fig. 5)

Het probleem is echter dat de meeste valutasymbolen als ƒ, ¥, £ en $ in het handschrift al bestonden, toen typografen hun fontfamilies begonnen te ontwerpen. Het gloednieuwe euroteken zal dus voor elk bestaand lettertype apart gemaakt moeten worden – en dat zijn er vele duizenden. De heren Gill, Goudy en Bodoni zijn echter al in respectievelijk 1940, 1947 en 1813 overleden en de huidige typografen zijn zelf druk bezig met het aanpassen van hun eigen fonts. Onder hen Martin Majoor (1960), die in het komende voorjaar met name voor het Algemeen Dagblad met een vernieuwde versie van de Scala-familie komt: “Ik vind het huidige euroteken helemaal niets: Het is gewoon een open cirkel of een ‘C’ met twee liggende strepen, maar absoluut géén E. Het is nogal geconstrueerd en erg berekend voor een letter. En dat terwijl valutatekens bedacht zijn met de letter als basis.”

Hoe de reeds bestaande valutasymbolen precies zijn ontstaan weet overigens niemand. Men kan hooguit gissen naar de oorsprong. Zo schijnt het dollarteken $ (vroeger een S met twee verticale streepjes) een soort ligatuur te zijn van de ‘U’ en de ‘S’ (United States). Unger, voor wie dit verhaal geheel nieuw is, weet alleen met enige zekerheid te stellen dat het pondteken £ (een handgeschreven ‘L’, afkomstig van het Franse livre voor pond) zijn horizontale streepje te danken heeft aan de boekhouders uit de 19e eeuw, die hiermee het teken onderscheidden van de letter ‘L’. Waar het ¥-symbool voor de veel jongere Yen vandaan komt is evenmin bekend, maar vast staat dat ook dit teken een typografische basis heeft.

IRRELEVANTE HULPLIJNEN

Ook Majoor, die eerder de Telefont voor de telefoongids van de Nederlandse ptt ontwierp, moet voor zijn versie van het euroteken het zonder typografische richtlijnen stellen. Wel kreeg hij van Van Blokland een van het internet geplukte werktekening vol irrelevante hulplijnen en gradenbogen. “Daar heb je als letterontwerper helemaal niets aan. Want die details gelden voor heel veel lettertypen niet eens. Het zijn meer aanwijzingen voor de opbouw van een logo.” Voor een typograaf is het bijvoorbeeld veel interessanter om te weten wat de hoogte van het symbool is, dus of het een kapitaalletter betreft. “Dat is bij het huidige teken onduidelijk”, aldus Majoor. “Ik maak het teken voor de Scala toch maar op x-hoogte, dus enkel voor mijn proportionele medievalcijfers. Pas ik het aan aan de hoogte van de tabelcijfers, dan wordt het euroteken de breedste letter uit mijn fontset.”
Door zijn nadrukkelijke keuze voor medieval (waarbij de uithangende cijfers, net als gewone letters, met hun stokken en staarten boven en onder de x-hoogte uitsteken, fig. 6) wordt zijn teken meteen onbruikbaar voor tabelcijfers, die juist bij geldbedragen worden gebruikt. Immers het voordeel van deze hoge cijfers is dat alle getallen even hoog en breed zijn, wat het overzicht in een tabel ten goede komt.

Precies om die reden verkiest Gerard Unger voor een symbool op kapitaalhoogte. Dat het eurosymbool vervolgens in het rijtje van valutasymbolen twee keer zo breed uitvalt in verhouding tot de $, de ¥ en de £ (de Britse pond blijft immers nog bestaan, zolang de Engelsen niet meedoen met de Euro), neemt hij dan maar op de koop toe.  (fig. 7) Unger vindt het onbegrijpelijk dat Europa enorme prijsvragen heeft uitgevaardigd om munten en biljetten vorm te geven, maar dat er helemaal niets wordt gedaan aan de bruikbaarheid van zoiets fundamenteels als het valutateken.

DE EURO-PIONIERS

Dat de Europese bestuurders het belang van een goed doordacht valutasymbool hebben onderschat, blijkt ook uit de venijnige reacties van andere vormgevers en typografen die op het internet zijn geuit. Kort na de presentatie van het eurologo in 1996 kwam de directie van het bedrijf waar ik werkzaam ben (Hotel Theater Figi in Zeist) met de ludieke opdracht om het teken bij de prijzen op de menukaarten te vermelden en hiertoe speciale ‘eurobiljetten’ te ontwerpen.
De gasten zouden daardoor geleidelijk kunnen wennen aan de nieuwe bedragen. De huisstijl van dit congrescentrum kent twee lettertypes, dus paste ik het eurologo voor beide fonts aan. Voor de schreefloze Futura was dit makkelijker dan voor de klassieke Garamond. Welke schreven ik moest accentueren was mij echter onbekend en als volstrekt onervaren typograaf heb ik in al mijn onwetendheid een gedrocht van een teken ontworpen (fig. 9).

Helaas was ik niet op de hoogte van de leerzame discussie die vanaf datzelfde moment op het internet werd gevoerd. Zo presenteerden Mindaugas Strockis, professor klassieke talen aan de universiteit van Vilnius en de Noorse student politicologie Alexander Svensson hun eigen verzameling van eurotekens. Het samenwerkingsverband van dit gelegenheidsduo restulteerde in een interessant symbolenfont waarbij het teken was aangepast voor een dertigtal lettertypes (fig. 10).

Maar welke verbondenheid hebben een Litouwse classicus en een Noorse student, die elkaar via het internet hebben leren kennen, met het aanstaande Europese valutateken? Beide lidstaten zijn immers niet aangesloten bij de Unie. “Ik weet het niet. We moesten zelf ook wel lachen om dit gegeven”, vertelt Strockis. “Destijds was ik bezig met het samenstellen van een unicodefont (een gloednieuw, universeel lettertypeformaat waarin een grote hoeveelheid extra tekens opgeslagen kunnen worden, werkt pas echt goed vanaf Windows98, FR) en vroeg Alexander naar het euroteken. Nadat hij mij een proefdruk had verzonden, raakte ik erdoor gefascineerd.” Strockis, allesbehalve een voorstander van de Europese Unie, heeft een tiental jaren aan de kunstacademie gestudeerd, en ontwierp eerder fontsets van het Griekse alfabet. “Het was een heel boeiende ervaring om het moderne teken aan te passen voor de Schwabacher of de Fraktür.”

Via Typo-L, een elektronische mailinglijst van typografen en andere geïnteresseerden, verzamelde Neil Kandolgaonkar uit Canada (ook al geen EU-lidstaat!) de argumenten die over en weer vlogen en publiceerde deze op zijn homepage. Ons contact verliep enigszins moeizaam, aangezien hij in de koude januarimaand door een ijsstorm van de buitenwereld was afgesneden. Kandolgaonkar kraakt het teken op een aantal sterke punten af. Net als andere ’typofielen’ die ik sprak, noemt hij de ingewikkelde hulplijnen en gradenbogen die Europa propageert de doodsteek voor een typografisch teken. “Als deze hulplijnen immers niet zouden worden opgevolgd, is het niet meer herkenbaar als hetzelfde teken. De letter ‘A’, blijft echter herkenbaar als een ‘A’ zolang het een horizontaal dwarsstreepje heeft tussen twee naar elkaar toe buigende lijnen. Ondanks alle denkbare variaties, blijft die letter toch leesbaar. Voor logo’s, zoals het euroteken, geldt dat niet.” ( fig. 11)
Een ander praktisch probleem volgens de Canadese ontwerper is de onmogelijkheid om het teken eenvoudig op papier te tekenen. Terwijl de $ en de £ met twee penstreken kunnen worden geschreven, bestaat het equivalent van de Europese munt uit drie lijnen.

ALTERNATIEVE SYMBOLEN

“Ach, ik maak me d’r nu eigenlijk helemaal niet meer zo druk om”, verzucht Gerard Unger. “Het huidige euroteken is vanuit de bureaucratie ontworpen en heeft gewoon geen vorm. Aangezien er nu geen reguliere instantie bestaat die aangeeft wat het wèl moet zijn, zal het teken zich in de praktijk verder moeten ontwikkelen.” Zelf heeft Unger hierover het afgelopen jaar veelvuldig gesproken met collega’s. En in Groot-Brittannië heeft hij met Engelse studenten gewerkt aan een alternatief. “Studenten zijn heel erg creatief. Naar aanleiding van die opdracht zijn ze met heel leuke, frisse voorstellen gekomen…”

Ook Martin Majoor verwacht dat een wildgroei aan varianten voor het euroteken zal ontstaan. “Sommige vormgevers zullen zich wel druk maken, anderen weer niet. En als ook de lezer zich niet stoort aan een afwijkende lettersoort in zijn tekst, vind ik het best”, zegt Majoor enigszins verbitterd. “Vaak worden in plaats van Griekse tekens toch ook gewone letters uit ons eigen alfabet gebruikt?”
Erik van Blokland (broer van Petr en ontwerper van Kosmik en Eriks Lefthand) heeft Kandolgaonkar enkele suggesties gedaan voor een alternatief teken, gebaseerd op de ε (epsilon, zie fig. 12). Dit voorstel, dat de Canadese ontwerper op het net publiceerde, werd echter met gemengde gevoelens ontvangen. Hoewel het duidelijk een ‘E’ (van Europa) als basis heeft, zou het volgens critici teveel lijken op een ampersand en een te vrouwelijke vorm hebben. “Een beetje een seksistische opmerking”, verdedigt Kandolgaonkar het ontwerp, “waarom zou valuta niet vrouwelijk mogen zijn?”

Ondanks de onzekerheid over de toekomst van het symbool, vindt Van Blokland het daarentegen absoluut noodzakelijk dat alle bestaande, klassieke letters zo gauw mogelijk aangevuld moeten worden met het nieuwe symbool. Maar hij voelt zich evenmin geroepen om het voortouw te nemen. “Die verantwoordelijkheid ligt bij de uitgevers, ook al zien zij het belang er misschien niet van in.” Hij heeft het zelf al heel erg druk met zijn vaste opdrachtgevers als Nationale Nederlanden en de ING die bij hem staan te springen om een bruikbaar eurofont.

DE E IN PRAKTIJK

Adobe kwam een half jaar geleden als allereerste software-specialist met een officieel Type1-font dat het euroteken bevatte. Echt boeiend was dit niet, want het betrof een pi-font, een verzameling speciale tekens en symbolen dat in één lettertype is verpakt. Niet echt bruikbaar voor typografen die een duidelijke eenheid willen brengen in hun vormgeving en consequent hetzelfde lettertype willen gebruiken.
De samensteller van deze tekenset, David Lemon, is overigens op dit moment wel druk bezig het euroteken aan te passen voor bestaande OpenType fonts (een nieuw lettertypeformaat dat de eigenschappen van TrueType en Type1 combineert). Lemon, manager Type Development van Adobe, verafschuwt eveneens het teken: “Het is niet eens ontworpen voor gebruik in tekst. De slecht aangepaste fontversies die hier en daar opduiken, bewijzen eens te meer dat Europa niet over het valutasymbool heeft nagedacht.” Om die reden wil Lemon zoveel mogelijk de oorspronkelijke letterontwerpers benaderen voor het aanpassen van het eurologo aan hun eigen font. Niels Wijbrandts van Adobe Benelux verwacht pas in de zomer van dit jaar de eerste Europese versies op de markt te kunnen brengen.

Dat de nood hoog is, bewijst ook Microsoft. Nog geen drie weken geleden, op 9 januari, presenteerde de softwaregigant met veel bombarie de allereerste officiële lettertypes die het euroteken bevatten: de Courier New, Times New Roman en Arial – zowel in TrueType als in Macfont-formaat. Deze lettertypes kunnen gratis worden gedownload via http:// www.microsoft.com/typography. Met deze opmerkelijke primeur versloeg Microsoft concurrent Apple.

LAATSTE NIEUWS: Wouter Veltman van Bitstream deelde mij op 28 januari mede dat hun collectie van 1400 lettertypes inmiddels is bijgewerkt en besteld kan worden. Het officieële persbericht op internet is hierover echter erg summier.

Opmerkelijk is de vrijheid die de Amerikaanse typografen zich verwierven: het teken is schaamteloos versmald en van de beruchte hulplijnen is niets meer terug te zien. Deze ingrijpende maatregelen bevorderen overigens wèl de leesbaarheid en bruikbaarheid van het teken. Het grootste nadeel van de drie gloednieuwe lettertypes, is dat het bewuste euroteken alleen opgevraagd kan worden via unicode-ondersteunende software. Tot nu toe is het tekstverwerkingsprogramma Word97 (uiteraard van Microsoft) de enige applicatie die deze optie biedt (fig. 14). Hiervoor is ook nog eens het besturingssysteem Windows95 vereist.


Gelukkig bestaat er ook zoiets als codepage-ondersteuning, wat zo veel wil zeggen dat een ‘unicode-gecodeerd teken’ binnen elke applicatie (dus ook software die niet van Microsoft afkomstig is) opgeroepen kan worden. Nadeel hiervan is dat alleen Windows98 en WindowsNT5 codepage-ondersteuning kennen en deze besturingssystemen bevinden zich nog in de ontwikkelingsfase. (Voor WindowsNT4 biedt Microsoft op haar homepage een speciale software patch aan).

CONCLUSIE

Wanneer in de loop van dit jaar eurobedragen vermeld moeten worden, zal het voor de meeste gebruikers nagenoeg onmogelijk zijn om het bijzondere teken ook daadwerkelijk in teksten te gebruiken. Vormgevers zullen zich  beperken tot het gebruik van een schreefloos lettertype zodat het euroteken E niet teveel uit de toon valt (zoals de Officina Sans, de letter waarin deze visie is gezet) of moeten wachten totdat de letterontwerper met officiële versies op de markt komt. Dan valt nog te bezien of het aangepaste valutateken bruikbaar is bij tabelcijfers.
Om al deze ellende te besparen, had de Europese Commissie een aantal E-variaties gratis ter beschikking moeten stellen. Voorwaarde is natuurlijk wel dat het vermaledijde teken op te vragen is via een toetsencombinatie binnen de voor iedereen toegankelijke ASCII-tabel en niet via een voorlopig nog onbruikbaar unicode-systeem. Deze ludieke actie zonder winst oogmerk zou de sympathie winnen bij de burgers en de invoering van het teken vergemakkelijken. Helaas bewijst de ondubbelzinnig commerciële uitbuiting van Microsoft, dat Europa (in tegenstelling tot Bill Gates) niet heeft nagedacht over de consequenties van een nieuw valutateken en dat de toekomstige gebruikers de komende jaren zelf inventief genoeg moeten zijn om dit onoverkomelijk probleem in hun eentje op te lossen. Dit alvorens een volgend obstakel zich voordoet: het millenniumvraagstuk.

BRONVERMELDING

Boeken en tijdschriften

  • Typografische kalenders Drukkerij Rosbeek 1996, 1997 en 1998.
  • Items, tijdschrift voor vormgeving. Uitgeverij BIS, maart 1996.
  • Rookledge’s International Typefinder. Sarema Press. 1990.
  • Typecosmic. Robundo Publsihing. Tokyo 1991.
  • TypeWise, Kit Hinrichs. North Light Books. Cincinnati, 1990.
  • The Image of a Company. Architecture Design & Technology Press. London, 1990.

Benaderde instanties

  • Nationaal Forum, Den Haag
  • Ministerie van Financiën, Den Haag
  • Europese Commissie, Den Haag; de heer Van der Wiel,
  • Europese Commissie, Brussel: de heer Malivard, de heer Pillet, mevrouw Maillet, mevrouw Floress, de heer  Blackie en mevrouw Van Morkum.

Interviews

  • Petr van Blokland, letterontwerper, Delft
  • Neil Kandalgaonkar, graphisch ontwerper, Montreal (Canada)
  • David Lemon, manager Type Development Adobe, (Verenigde Staten)
  • Martin Majoor, letterontwerper, Arnhem
  • Mindaugas Strockis, professor klassieke talen, Vilnius (Litouwen)
  • Gerard Unger, letterontwerper, Bussum
  • Wouter Veltman, manager Business Development Bitstream Benelux, Amsterdam
  • Niels Wijbrandts, Adobe Systems Benelux, Amsterdam

Internetpagina’s


Interview De Financieel-Economische Tijd, Augustus 2001.